Wanneer mag je door naar het volgende bad?
Bij EVZV werken we met duidelijke overgangseisen om ervoor te zorgen dat kinderen stap voor stap leren zwemmen. Hieronder vind je per niveau wat een kind moet kunnen voordat het door mag naar het volgende bad.
Bad 1: Watervrij maken
- Te water gaan: Van de treden af springen en van de schuine kant af rennen
- Ademhaling: Bellen blazen met mond in het water
- Drijven: Zelfstandig drijven op rug en buik, liefst zonder hulpmiddel
- Onderwater: Voorwerp pakken van de bodem, door een verticale hoepel zwemmen
- Draaien: Liggend op de trap van rug naar buik draaien en terug
Bad 2: Aanleren van rugslag en schoolslag benen
- Te water gaan: Springen van de kant in ondiep en diep water
- Ademhaling: Uitblazen met gezicht in water, 3 tellen adem vasthouden
- Drijven: Zelfstandig drijven op rug en buik zonder hulpmiddel
- Onderwater: Op de bodem zitten, door een gat zwemmen
- Enkelvoudige rugslag: 5 meter, liefst zonder drijfmiddel
- Draaien: Zelfstandig drijvend van rug naar buik en terug
- Rugcrawl: 5 meter rugcrawl benen, mag met armen
Bad 3: Aanleren combinatie armen en benen
- Te water gaan: Springen in ondiep/diep water, zittende duik vanaf diepe kant
- Ademhaling: Uitblazen onder water, 5 tellen adem vasthouden
- Drijven: 10 tellen op rug, 5 tellen op buik zonder hulpmiddel
- Onderwater: Door gat zwemmen, zittend duiken vanaf kant
- Draaien: Zwemmend van rug naar buik draaien en terug
- Enkelvoudige rugslag: 7 meter zonder drijfmiddel
- Schoolslag: 7 meter, liefst zonder drijfmiddel
- Rugcrawl: 5 meter zonder drijfmiddel
- Borstcrawl: 5 meter benen met plankje en gezicht in water
- Watertrappen: 30 tellen met armen en benen
- Survival: 4 meter zwemmen zonder drijfmiddel